Iedere dierenarts die diergeneeskundige handelingen stelt én ingeschreven is op de lijst van de Orde én verplicht is lidgeld te betalen, moet voortgezette opleiding volgen. Wat diergeneeskundige handelingen zijn, staat in de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde (28 augustus 1991, Hoofdstuk 3) (zie Wetgeving). Bijgevolg moeten pas afgestudeerden maar voortgezette opleiding volgen vanaf het tweede jaar na het behalen van het diploma.
De wettelijke basis over de voortgezette opleiding voor dierenartsen vindt u terug in de Code der Plichtenleer, in hoofdstuk I, Art. 4 en in hoofdstuk X, punt 1. Vanaf 1 januari 2013 moeten de dierenartsen voorgezette opleiding volgen.
Een dierenarts moet voortgezette opleiding volgen in overeenstemming met zijn beroepsactiviteiten en dit met de bedoeling kwaliteitsvolle diergeneeskunde aan te bieden.
BP = BijscholingsPunten
EBP = Erkende BijscholingsPunten
NGROD = Nederlandstalige Gewestelijke Raad van de Orde der Dierenartsen
HR = Hoge Raad
De voortgezette opleiding moet:
- voldoen aan de regels van de Code der Plichtenleer
- van een geactualiseerd universitair niveau zijn
- voldoen aan de behoeften van het beroep en de maatschappij
- gebracht worden met de best aangepaste, logistieke en didactische middelen
- een deel van de bijscholing moet betrekking hebben tot de taak van de aangenomen dierenarts in de schoot van de diergeneeskundige dienst.
Vermeerderingscoëfficiënten zijn mogelijk bij het toekennen van EBP.
De formule is als volgt:
duur van de opleiding in uren x een trainingscoëfficiënt x een kenniscoëfficiënt
Coëfficiënt volgens het type van training:
- voordracht = 1
- demonstratie van technische handelingen = 1,5
- interactieve sessie = 2
- practicum op kadavers = 2,5
- practicum op levende dieren = 3
Coëfficiënt van kennis:
- deelname = 1
- geslaagde evaluatietoets = 2
Aan de verplichting tot bijscholing kan ook voldaan worden door zelfstudie. Deze manier van bijscholen dient geloofwaardig en aanvaardbaar te zijn op gebied van doeltreffendheid, volume, en moet aantoonbaar zijn. De dierenarts dient op dit gebied te getuigen van eerlijkheid en vertrouwenswaardig zijn.
Zelfstudie dient te beantwoorden aan de volgende normen:
Webinars zijn verfilmde voordrachten. Deze worden geboekt per tijdseenheid ; een uur telt voor 1 BP of EBP. E-learning is een interactief leermoment met toetsing. Dit wordt geboekt per gemiddelde tijdseenheid voorzien voor het overlopen; een uur telt voor 2 BP of EBP. Beide vormen worden geëvalueerd door de CVO welke de boeking kan aanpassen of weigeren. De beslissing van de CVO is voor beroep vatbaar bij de Gewestelijke Raad, en is betalend.
Het totaal aantal BP en EBP, behaald via e-learning en wetenschappelijke boeken of tijdschriften, mag maximaal 60% bedragen van de te behalen bijscholingspunten. Uitgezonderd wanneer de optie van zelfstudie wordt verkozen.